N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland discrimineerde een man met ruime werkervaring door in de personeelsadvertentie te vragen naar een bedrijfsjurist met maximaal drie jaar werkervaring.

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland discrimineerde een man met ruime werkervaring door in de personeelsadvertentie te vragen naar een bedrijfsjurist met maximaal drie jaar werkervaring.

Oordeelnummer 2019-134
Datum: 20-12-2019
Trefwoord: Aanbieden betrekking Leeftijd Objectieve rechtvaardiging Werving Zakelijke dienstverlening
Discriminatiegrond: Leeftijd
Terrein: Arbeid - Overige
Situatie

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland plaatste een personeelsadvertentie voor een bedrijfsjurist op zijn website. Hierin vroeg het waterleidingbedrijf om een kandidaat die een universitaire opleiding rechten heeft afgerond en maximaal drie jaar werkervaring heeft. Een man met meer dan drie jaar werkervaring solliciteerde naar de functie. Het waterleidingbedrijf wees de man af.

De man vindt dat het waterleidingbedrijf hem discrimineerde bij de aanbieding van de functie. Volgens de man is het stellen van een maximum werkervaringseis van drie jaar een verkapte manier om een kandidaat te zoeken van maximaal 35 jaar oud.

Het waterleidingbedrijf is het niet met de man eens. Het waterleidingbedrijf wilde sollicitanten alleen laten weten wat het gewenste ervaringsniveau is. Het heeft daarom ook geen leeftijd in de personeelsadvertentie genoemd. Het waterleidingbedrijf zal voortaan geen maximum ervaringseis meer in zijn personeelsadvertenties opnemen om misverstanden te voorkomen. In plaats daarvan zal het een goede omschrijving geven van de situatie en de werkzaamheden. Kandidaten kunnen dan zelf de afweging maken of zij wel of niet zullen solliciteren.

Beoordeling

Het is verboden om onderscheid op grond van leeftijd te maken bij de aanbieding van een baan.

Het College is van oordeel dat, hoewel bedrijfsjuristen met maximaal drie jaar werkervaring alle leeftijden kunnen hebben, het vooral jonge mensen zullen zijn. Door het stellen van deze werkervaringseis, zullen met name oudere kandidaten niet solliciteren, omdat zij meer werkervaring hebben. Het waterleidingbedrijf maakte dan ook indirect onderscheid op grond van leeftijd.

Indirect onderscheid op grond van leeftijd is echter niet verboden als hiervoor een goede reden bestaat (objectieve rechtvaardiging). Het waterleidingbedrijf voert aan dat het streeft naar een divers team om een optimale kennisoverdracht, een goede samenwerking en voldoende groeimogelijkheden te bereiken. Het bedrijf wilde daarom op zoek gaan naar een bedrijfsjurist die het team zou kunnen verrijken met de nieuwste inzichten en een frisse blik vanuit de studie. Ook voert het waterleidingbedrijf aan dat het behoefte heeft aan een medewerker die zich voor langere tijd aan zijn organisatie wil verbinden.

Het College is van oordeel dat het waterleidingbedrijf deze doelen ook op een andere manier had kunnen bereiken die niet of minder onderscheid makend zijn en dus geen goede reden heeft gegeven voor het indirecte onderscheid op grond van leeftijd. Het bedrijf had in de personeelsadvertentie immers ook kunnen vragen naar een kandidaat die een frisse blik heeft op en die beschikt over relevante kennis over de recente ontwikkelingen op juridisch gebied. Daarnaast had het waterleidingbedrijf de functie zodanig kunnen beschrijven, dat duidelijk was dat deze was afgestemd op kandidaten met weinig ervaring op het vakgebied. Het waterleidingbedrijf heeft dan ook jegens de man verboden indirect onderscheid op grond van leeftijd gemaakt bij de aanbieding van de functie van bedrijfsjurist.

Oordeel

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland heeft jegens de man verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.



Oordeel
2019-134

Datum: 20 december 2019
Dossiernummer: 2019-0408


Oordeel in de zaak van

[. . . .]

wonende te [. . . .], verzoeker

tegen

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

gevestigd te Velserbroek, verweerster


1 Verzoek

Verzoeker vraagt het College om te beoordelen of verweerster verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt door bij de aanbieding van de functie van bedrijfsjurist een maximum werkervaringseis te stellen van drie jaar.


2 Verloop van de procedure

2.1 Het College heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

  • verzoekschrift van 29 augustus 2019, ontvangen op 2 september 2019;
  • e-mails van verzoeker van 11 september 2019 en 15 oktober 2019;
  • verweerschrift van 12 november 2019.

2.2 Het College heeft het verzoek op basis van artikel 30, eerste lid, van het Besluit werkwijze onderzoek gelijke behandeling vereenvoudigd beoordeeld. Dat wil zeggen dat het College geen zitting heeft gehouden en het oordeel heeft uitgesproken op basis van de overgelegde stukken. Per brief van 17 december 2019 heeft het College partijen meegedeeld dat het onderzoek in de zaak is gesloten.


3 Feiten

Verweerster is een waterleidingbedrijf. Verweerster heeft in augustus 2019 een personeelsadvertentie op haar website geplaatst voor een bedrijfsjurist. Hierin heeft verweerster vermeld dat ze op zoek is naar een kandidaat die een universitaire opleiding rechten heeft afgerond en maximaal drie jaar werkervaring heeft opgedaan. Verzoeker heeft bij brief van 29 augustus 2019 gesolliciteerd naar deze functie. Een medewerker van de afdeling Bedrijfsvoering van verweerster heeft in een e-mail van 7 september 2019 aan verzoeker geschreven dat hij in de voorselectie is afgewezen voor de functie. Deze medewerker heeft hiervoor als reden gegeven dat bij de selectie is gekozen voor kandidaten van wie de achtergrond en de ervaringen het beste aansluiten bij haar verwachtingen.


4 Standpunt verzoeker

Verzoeker stelt dat verweerster verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt bij de aanbieding van de functie van bedrijfsjurist door een maximum werkervaringseis te stellen van drie jaar. Volgens verzoeker is dit een verkapte manier om een kandidaat te werven van maximaal 35 jaar oud. Dit onderscheid kan niet objectief worden gerechtvaardigd, omdat een persoon met meer dan drie jaar ervaring niet minder geschikt is voor de functie dan een persoon met maximaal drie jaar ervaring.


5 Standpunt verweerster

Verweerster betwist dat zij onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt. Hiertoe stelt zij dat zij met de maximum werkervaringseis van drie jaar heeft bedoeld om sollicitanten inzicht te geven in het gewenste ervaringsniveau; zij heeft in de vacaturetekst dan ook niet verwezen naar een leeftijd. Ook stelt verweerster dat zij niet de intentie heeft gehad om een groep sollicitanten uit te sluiten. Dit was feitelijk ook niet het geval omdat er sollicitanten van verschillende leeftijden hebben gesolliciteerd, onder wie ook veel oudere mensen. Verder was verweerster ten tijde van het schrijven van het verweerschrift in de onderhandelingsfase over de arbeidsvoorwaarden met een kandidaat van ouder dan 35 jaar. Verweerster verzekert het College dat zij voortaan, om misverstanden te voorkomen, geen indicatie meer zal geven voor een maximum ervaring in haar vacatureteksten. Zij zal de potentiële sollicitanten inzicht geven in wat er van hen wordt verwacht door een goede omschrijving te maken van de situatie en de werkzaamheden. Zij kunnen dan vervolgens zelf de afweging maken of zij al dan niet zullen solliciteren.


6 Beoordeling

Onderscheid op grond van leeftijd?
6.1 Een werkgever mag bij de aanbieding van een betrekking geen onderscheid maken op grond van leeftijd (artikel 3, aanhef en onderdeel a, Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL)). Onder onderscheid wordt verstaan: direct en indirect onderscheid. Van direct onderscheid is sprake indien een persoon op grond van zijn leeftijd op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld. Van indirect onderscheid is sprake indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde leeftijd in vergelijking met andere personen bijzonder treft.

6.2 Vaststaat dat verweerster in de personeelsadvertentie heeft gevraagd naar een bedrijfsjurist die maximaal drie jaar werkervaring heeft opgedaan. Het College overweegt dat, hoewel bedrijfsjuristen met maximaal drie jaar werkervaring alle leeftijden kunnen hebben, het vooral jonge mensen zullen zijn. Door het stellen van een maximum ervaringseis zullen met name oudere kandidaten worden uitgesloten, omdat zij meer werkervaring hebben. Voor zover verweerster heeft gesteld dat er ook oudere kandidaten hebben gesolliciteerd en dat zij in de onderhandelingsfase was met een kandidaat van ouder dan 35 jaar, overweegt het College als volgt. Deze stelling maakt niet ongedaan dat met name oudere mensen meer dan drie jaar werkervaring zullen hebben en dat het aannemelijk is, dat zij vanwege deze reden niet naar de functie hebben gesolliciteerd. Het vragen om een maximum aantal jaren werkervaring levert daarom indirect onderscheid op grond van leeftijd op. Het feit dat verweerster niet de intentie had om te discrimineren, kan het gemaakte onderscheid niet opheffen. Het gaat om het effect en niet om de intentie van het handelen.

Objectieve rechtvaardiging?
6.3 Het verbod van onderscheid op grond van leeftijd geldt niet als het onderscheid objectief is gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn (artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel c, WGBL). Het is aan verweerster om een objectieve rechtvaardiging aan te voeren voor het gemaakte onderscheid.

6.4 Verweerster heeft aangevoerd dat het team van Juridische Zaken in de afgelopen periode veel personele wijzigingen en een herinrichting heeft ondergaan. Verweerster streeft er daarom naar om een divers team qua werkervaring samen te stellen, zodat een optimale kennisoverdracht, een goede samenwerking en voldoende groeimogelijkheden kunnen worden bereikt. Zij wilde dit doel, gelet op de huidige samenstelling van het team, realiseren door op zoek te gaan naar een medewerker die een universitaire opleiding rechten heeft afgerond en die nog niet heel veel werkervaring als bedrijfsjurist heeft opgedaan. De nieuwe bedrijfsjurist zou het team kunnen verrijken met de nieuwste inzichten en een frisse blik vanuit de studie. De huidige teamleden zouden op hun beurt hun kennis, de bedrijfscultuur en hun jarenlange werkervaring kunnen delen met de nieuwe bedrijfsjurist.

6.5 Ook heeft verweerster aangevoerd dat er binnen het team van Juridische Zaken en haar organisatie thans behoefte bestaat aan stabiliteit en een structurele invulling van de functie. Verweerster verwacht dat zij door het stellen van een werkervaringseis van drie jaar sollicitanten zal aantrekken die in deze functie voldoende uitdaging en groeimogelijkheden vinden om zich voor langere tijd aan haar te verbinden. Hiermee zou een evenwichtig samengesteld en stabiel team kunnen worden gevormd, waarmee de continuïteit wordt gewaarborgd.

6.6 Het College stelt op grond van het voorgaande vast dat verweerster twee doelen heeft voor het leeftijdsonderscheid. Het eerste doel is om een divers team qua werkervaring samen te stellen om daarmee een optimale kennisoverdracht, een goede samenwerking en voldoende groeimogelijkheden te bereiken. Het tweede doel is om sollicitanten aan te trekken die in deze functie voldoende uitdaging en groeimogelijkheden zien om zich voor langere tijd aan verweerster te verbinden, zodat de continuïteit wordt gewaarborgd. Het College is van oordeel dat deze doelen geen discriminerend oogmerk hebben en voldoen aan een werkelijke behoefte van verweerster. Er is dan ook sprake van legitieme doelen.

6.7 Het middel dat verweerster hanteert om deze doelen te bereiken, is het stellen van een maximum werkervaringseis van drie jaar. Het College overweegt dat dit middel niet noodzakelijk is, omdat een minder onderscheid makend middel denkbaar is. Verweerster had in de vacaturetekst immers ook kunnen vragen naar een kandidaat die een frisse blik heeft op en die beschikt over relevante kennis over de recente ontwikkelingen op juridisch gebied. Daarnaast had verweerster kunnen volstaan met een zodanige beschrijving van de functie, dat duidelijk was dat deze was afgestemd op kandidaten met weinig ervaring op het vakgebied.

6.8 Ten slotte overweegt het College dat hij met instemming kennis heeft genomen
van de verzekering door verweerster dat zij voortaan een indicatie van de maximum ervaring niet meer in haar vacatureteksten zal opnemen.

6.9 Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat het door verweerster gemaakte indirecte onderscheid niet objectief gerechtvaardigd is. Verweerster heeft dan ook jegens verzoeker verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt door bij de aanbieding van de functie van bedrijfsjurist een maximum werkervaringseis te stellen van drie jaar.


7 Oordeel

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland heeft jegens [. . . .] verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.

Aldus gegeven te Utrecht op 20 december 2019 door prof. mr. J. Morijn, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.H.M. Werker, secretaris.

prof. mr. J. Morijn
namens deze,
mr. dr. J.P. Loof
collegelid

mr. B.H.M. Werker
namens deze,
mr. M.A. de Groot
secretaris

Samenvatting oordeel