Een man legt aan het College wisselende verklaringen af over de reden waarom hij geen mondkapje kan dragen. Het College kan niet vaststellen dat hij aanspraak kan maken op de bescherming van de WGBH/CZ. Het verzoek is niet-ontvankelijk.

Een man legt aan het College wisselende verklaringen af over de reden waarom hij geen mondkapje kan dragen. Het College kan niet vaststellen dat hij aanspraak kan maken op de bescherming van de WGBH/CZ. Het verzoek is niet-ontvankelijk.

Oordeelnummer 2021-119
Datum: 07-09-2021
Trefwoord: Ontvankelijkheid Handicap of chronische ziekte Aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen en diensten Handicap Chronische ziekte
Discriminatiegrond: Handicap of chronische ziekte
Terrein: Goederen en diensten - Overige
Situatie


Een man bezocht op 20 november 2020 een filiaal van De Bijenkorf. Op dat moment geldt een door de Rijksoverheid afgegeven dringend advies om in publieke binnenruimten een mondkapje te dragen. De Bijenkorf vraagt van haar bezoekers dat zij in de winkel een mondkapje dragen. De man draagt geen mondkapje en wordt daarop door een beveiliger aangesproken. De man geeft aan een medische aandoening te hebben en laat de website van de Rijksoverheid zien. Op die website staat dat mensen die vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje kunnen dragen voor een uitzondering in aanmerking komen. De man en De Bijenkorf verschillen van lezing over wat er precies is gebeurd, maar het staat vast dat de man is verzocht om een mondkapje op te zetten of de winkel te verlaten.

De man stelt dat hij niet verplicht is om met de beveiliger te delen om welke handicap of chronische ziekte het gaat. Ook stelt hij niet verplicht te zijn enige medische informatie te delen. De Bijenkorf stelt dat zij een uitzondering op de regel maakt voor mensen die vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje kunnen dragen, maar dat de persoon in kwestie dan wel aannemelijk moet maken dat diegene een beroep op de uitzondering toekomt.

Beoordeling


Het College moet eerst vaststellen of de man een beroep kan doen op de bescherming van de WGBH/CZ. Het is aan de man om aan het College duidelijk te maken dat hij een handicap of chronische ziekte heeft die hem belemmert om een mondkapje te dragen. De man doet dit niet. Het College constateert dat de man tijdens de procedure wisselende verklaringen heeft afgelegd over welke aandoening(en) hij heeft waardoor hij geen mondkapje kan dragen. Daardoor rijzen twijfels over het waarheidsgehalte van de stelling van de man. Het College heeft de man ter zitting gevraagd hierover duidelijkheid te verschaffen. De man heeft een pagina uit een medisch dossier overgelegd, maar die pagina bevat geen indicatie dat hij als gevolg van zijn aandoening(en) geen mondkapje kan dragen. Het College kan daarom niet vaststellen of de man aanspraak kan maken op de bescherming van de WGBH/CZ.

Oordeel


De man is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tegen Magazijn “De Bijenkorf” B.V.


Oordeel
2021-119




Datum: 7 september 2021
Dossiernummer: 2020-0612

Oordeel in de zaak van

[. . . .]
wonende te [. . . .], verzoeker

tegen

Magazijn “De Bijenkorf” B.V.
gevestigd te Amsterdam, verweerster

1 Verzoek


Verzoeker vraagt het College om te beoordelen of verweerster verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt door hem te vragen de winkel te verlaten vanwege het niet dragen van een mondkapje.

2 Verloop van de procedure


2.1 Het College heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- verzoekschrift van 17 december 2020, ontvangen op dezelfde datum;
- e-mail van verzoeker van 28 januari 2021;
- e-mail van verzoeker van 2 februari 2021;
- verweerschrift van 15 juni 2021, ontvangen op dezelfde datum;
- e-mail van verzoeker van 12 augustus 2021.

2.2 Het College heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 augustus 2021. Partijen zijn verschenen. Verzoeker verscheen in persoon. Verweerster werd vertegenwoordigd door [. . . .], hoofd juridische zaken, die werd vergezeld door [. . . .], voormalig store manager.

2.3 Ter zitting heeft het College gevraagd of verzoeker bereid is aanvullende informatie toe te sturen ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje kan dragen. Verzoeker heeft zijn bereidheid daartoe bevestigd, maar heeft het College verzocht om beperkte kennisneming van deze informatie, zodat uitsluitend het College van deze informatie kennisneemt. Het Besluit werkwijze onderzoek gelijke behandeling kent daartoe geen mogelijkheid. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent deze mogelijkheid wel (artikel 8:29 Awb). Het College past artikel 8:29 Awb analoog toe en heeft het verzoek tot beperkte kennisneming gehonoreerd. Verweerster heeft schriftelijk haar toestemming verleend voor beperkte kennisneming van de informatie in kwestie. Verzoeker heeft het College desgevraagd op 12 augustus 2021 aanvullende informatie toegestuurd.

3 Feiten


3.1 Op 20 november 2020 bezoekt verzoeker een filiaal van De Bijenkorf. Op dat moment geldt een door de Rijksoverheid opgelegd dringend advies om in publieke binnenruimten een mondkapje te dragen. De Bijenkorf neemt dit advies over en vraagt van haar bezoekers dat zij in de winkel een mondkapje dragen.

3.2 Verzoeker draagt geen mondkapje. Een beveiliger spreekt hem daarop aan. Verzoeker geeft aan een medische aandoening te hebben, waardoor hij geen mondkapje kan dragen. Hij toont ook de website van de Rijksoverheid, waarop staat vermeld dat mensen die vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje kunnen dragen voor een uitzondering in aanmerking komen. Partijen verschillen van lezing over de precieze interactie tussen verzoeker en de beveiliger, maar het staat vast dat verzoeker wordt gevraagd de winkel te verlaten of een mondkapje op te zetten. Verzoeker weigert dit. De beveiliging voert hem daarop af naar een gedeelte achter de winkel, waarna de politie wordt ingeschakeld.

4 Standpunt verzoeker


Verzoeker stelt dat verweerster hem heeft gediscrimineerd door hem de winkel uit te zetten. Hij kan vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje dragen. Hij is niet verplicht om met de beveiliger te delen om welke handicap of chronische ziekte het dan gaat, of om enige medische informatie te delen. Bovendien heeft de beveiliger hem op (zeer) agressieve wijze bejegend.

5 Standpunt verweerster


Verweerster ontkent dat sprake is van discriminatie. Zij heeft het advies van de Rijksoverheid overgenomen. Daarbinnen past ook het maken van een uitzondering voor mensen die vanwege een handicap of chronische ziekte geen mondkapje kunnen dragen. De beveiliger heeft verzoeker aangesproken op het feit dat hij geen mondkapje droeg. Dat verzoeker weigert op enige manier aannemelijk te maken dat hij een aandoening heeft en welke dit dan is, is zijn goed recht. Het staat verweerster echter vrij om hem dan te verzoeken de winkel te verlaten.

6 Beoordeling


6.1 Het is verboden om onderscheid te maken bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten, indien dit geschiedt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 5b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ)). Verweerster is als winkelketen gehouden aan dit verbod.

Is sprake van een handicap of chronische ziekte in de zin van de WGBH/CZ?

6.2 Het College kan alleen een inhoudelijk oordeel in deze zaak geven als verzoeker aanspraak kan maken op de bescherming van de WGBH/CZ. Daarvoor moet het College vast kunnen stellen of bij verzoeker sprake is van een handicap of chronische ziekte in de zin van deze wet.

6.3 De begrippen ‘handicap’ en ‘chronische ziekte’ zijn in de wettekst en de totstandkomingsgeschiedenis van de wet niet gedefinieerd. Het College interpreteert deze begrippen in lijn met het in 2016 voor Nederland in werking getreden Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-verdrag handicap). Van een handicap of chronische ziekte is in dat licht in ieder geval sprake als personen langdurig fysieke, mentale, intellectuele of zintuigelijke beperkingen hebben, die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten om volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving. Gelet op het doel van de wet en op de omschrijving van het begrip ‘handicap’ in het VN-verdrag handicap overweegt het College dat bij de interpretatie van de begrippen handicap en chronische ziekte in de eerste plaats gekeken wordt naar de sociale belemmeringen die iemand ondervindt als gevolg van zijn aandoening en minder naar de medisch-wetenschappelijke aanduiding daarvan.

6.4 Het ligt op de weg van verzoeker om duidelijkheid te verschaffen over de vraag of hij een handicap of chronische ziekte heeft die hem belemmert om een mondkapje te dragen. Het College is van oordeel dat verzoeker daarin niet is geslaagd. Het College constateert dat verzoeker hierover tijdens de procedure wisselende verklaringen heeft afgelegd, die twijfels doen rijzen over het waarheidsgehalte ervan. Verzoeker heeft in reactie op het verzoek van het College om nadere duidelijkheid te verschaffen na de zitting een pagina uit een medisch dossier overgelegd. Die pagina gaat over andere aandoeningen dan de aandoening die verzoeker in het vooronderzoek heeft genoemd en bevat geen indicaties dat verzoeker als gevolg van die aandoening(en) geen mondkapje zou kunnen dragen. Het College kan derhalve niet vaststellen of verzoeker een medische aandoening heeft die klachten meebrengen die hem verhinderen om een mondkapje te dragen.

6.5 Omdat het College in deze procedure niet heeft kunnen vaststellen dat verzoeker aanspraak kan maken op de bescherming van de WGBH/CZ, kan het verzoeker niet ontvangen in zijn verzoek om een oordeel te geven over de vraag of verweerster jegens hem verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt.

7 Oordeel


[. . . .] is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tegen Magazijn “De Bijenkorf” B.V.

Aldus gegeven te Utrecht op 7 september 2021 door mr. dr. J.P. Loof, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Ingeveld, secretaris.

mr. dr. J.P. Loof

mr. A.J. Ingeveld

Samenvatting oordeel