PostNL N.V. discrimineerde een 75-jarige man met evenwichtsstoornissen niet door zijn verzoek om een doeltreffende aanpassing af te wijzen. PostNL N.V. discrimineerde de man niet op grond van zijn leeftijd bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst.

PostNL N.V. discrimineerde een 75-jarige man met evenwichtsstoornissen niet door zijn verzoek om een doeltreffende aanpassing af te wijzen. PostNL N.V. discrimineerde de man niet op grond van zijn leeftijd bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst.

Oordeelnummer 2021-135
Datum: 16-11-2021
Trefwoord: Leeftijd Doeltreffende aanpassing Zakelijke dienstverlening Aangaan arbeidsverhouding Handicap Handicap of chronische ziekte
Discriminatiegrond: Leeftijd Handicap of chronische ziekte
Terrein: Arbeid - Aangaan en beëindiging arbeidsrelatie
Situatie

Een 75-jarige man, die evenwichtsstoornissen heeft en slecht ter been is, en zijn vrouw hebben als postbezorger bij Sandd B.V. (hierna: Sandd) gewerkt. PostNL N.V. (hierna: PostNL) heeft in 2019 de aandelen van Sandd overgenomen. Daarna zijn de postnetwerken van deze bedrijven samengevoegd. PostNL heeft toegezegd dat zij alle postbezorgers van Sandd een arbeidsovereenkomst zal aanbieden. PostNL heeft de man en zijn vrouw een arbeidsovereenkomst aangeboden met dezelfde arbeidsomvang als bij Sandd. De man en de vrouw zouden de post ieder in een ander dorp vlakbij hun woonplaats moeten bezorgen. De man en zijn vrouw hebben deze arbeidsovereenkomst geweigerd.

De man en zijn vrouw hebben een informatiebijeenkomst van PostNL bezocht, waarbij zij hebben gesproken met de teamchef van de regio waar zij wonen. De man heeft toen aan de teamchef om verschillende doeltreffende aanpassingen gevraagd. De teamchef heeft deze aanpassingen afgewezen.

De man vindt dat PostNL bij het aanbieden van de arbeidsovereenkomst niet genoeg rekening heeft gehouden met het feit dat hij slecht ter been is en met zijn leeftijd. Ook vindt de man dat PostNL onvoldoende doeltreffende aanpassingen heeft verricht, hoewel hij met kleine aanpassingen de functie van postbezorger goed had kunnen verrichten.

PostNL is het niet met de man eens. Zij vindt dat de man vanwege zijn handicap ongeschikt is voor de functie van postbezorger en dat er ook geen doeltreffende aanpassing mogelijk is. Ook vindt PostNL dat zij bij het aanbieden van de arbeidsovereenkomst geen onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt. Zij heeft de man een arbeidsovereenkomst van gemiddeld 17 uur per week aangeboden omdat hij bij Sandd dezelfde arbeidsomvang had. PostNL moest de man vanwege deze arbeidsomvang wel een route van vijf dagen per week aanbieden; een gemiddelde bezorgroute bedraagt namelijk tussen 2,5 en 3,5 uur per dag.


Beoordeling

Verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte?
Een werkgever mag geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte maken bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Hieronder valt ook de verplichting om een doeltreffende aanpassing te verrichten als een werknemer daar om vraagt. Een aanpassing is doeltreffend als deze geschikt en noodzakelijk is om de beperkingen als gevolg van een handicap of een chronische ziekte bij het verrichten van de functie weg te nemen.

Het College stelt vast dat de man als doeltreffende aanpassing heeft gevraagd om de post alleen in een auto in de buitenwijken te mogen bezorgen. Als dat niet kan, vraagt hij om de post samen met zijn vrouw in een auto te mogen bezorgen, zoals zij dat ook bij Sandd hebben gedaan. Hierbij zal hij de auto besturen en zijn vrouw zal uitstappen om de post in de brievenbussen te doen. Ook heeft hij gevraagd om de functie van ‘Chauffeur bezorgen’ te mogen verrichten. Het College is van oordeel dat de gevraagde aanpassingen niet doeltreffend zijn. Hierbij is van belang dat de man niet kan lopen, waardoor hij niet in staat is om de post alleen in een auto te bezorgen. Ook is hij vanwege zijn beperkingen niet in staat om de functie van ‘Chauffeur bezorgen’ te verrichten. Daarnaast moet hij de arbeid persoonlijk verrichten en hiervan is geen sprake als hij het bezorgen van de post in de brievenbussen aan zijn vrouw zou overlaten.

Het College is daarom van oordeel dat PostNL geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt door de gevraagde aanpassingen te weigeren.

Verboden onderscheid op grond van leeftijd?
Een werkgever mag geen verboden onderscheid op grond van leeftijd maken bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst.

De man heeft aangevoerd dat jongere postbezorgers wel mogen bepalen op welke dagen van de week zij willen werken en hij niet. Ook heeft hij gezien dat de mensen die de functie van ‘Chauffeur bezorgen’ verrichten veel jonger zijn dan hij. Het College is van oordeel dat de man niet heeft aangetoond dat de jongere postbezorgers die wel hun werkdagen zelf mogen bepalen, ook een arbeidsovereenkomst hebben van 17 uur per week. Ook is het College van oordeel dat de man zich niet kan vergelijken met medewerkers die de functie van ‘Chauffeur bezorgen’ verrichten, omdat dit een andere functie is dan de functie van postbezorger, die de man is aangeboden.

PostNL heeft dan ook jegens de man geen verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.


Oordeel

PostNL N.V. heeft jegens de man geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte en leeftijd gemaakt.


Oordeel
2021-135

Datum: 16 november 2021
Dossiernummer: 2021-0014


Oordeel in de zaak van

[. . . .]

Wonende te [. . . .], verzoeker

tegen

PostNL N.V.

gevestigd te ‘s-Gravenhage, verweerster



1 Verzoek

1.1 Verzoeker vraagt het College om te beoordelen of verweerster verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte bij het verrichten van een doeltreffende aanpassing. Ook vraagt verzoeker het College om te beoordelen of verweerster verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt bij het aanbieden van een arbeidsovereenkomst.


2 Verloop van de procedure

2.1 Het College heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

  • verzoekschrift van 11 januari 2021, ontvangen op 12 januari 2021;
  • e-mails van verzoeker van 9 maart, 8 april en 17 april 2021;
  • verweerschrift van 28 juli 2021.

Het College heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 oktober 2021. Partijen zijn verschenen. Verzoeker werd vergezeld door[. . . .], zijn echtgenote. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. P. Disseldorp, advocaat te Amsterdam, die werd vergezeld door [. . . .], teamchef regio Zeeuws-Vlaanderen, en [. . . .], Senior HR programmamanager.


3 Feiten

3.1 Verzoeker, die ten tijde van het indienen van een verzoek om een oordeel 75 jaar oud was en evenwichtsstoornissen heeft, was sinds eind 2014 als postbezorger werkzaam bij Sandd B.V. (hierna: Sandd). Ook zijn vrouw werkte sinds eind 2014 als postbezorger bij Sandd. Verweerster heeft half oktober 2019 de aandelen van Sandd overgenomen. Op 1 februari 2020 is het postnetwerk van Sandd volledig samengevoegd met het postnetwerk van verweerster. Er zijn als gevolg van deze samenvoeging geen medewerkers van Sandd overgegaan naar verweerster. Wel heeft verweerster de toezegging gedaan dat zij alle postbezorgers van Sandd een arbeidsovereenkomst zou aanbieden tegen de binnen verweerster gebruikelijke voorwaarden. De dienstverbanden van verzoeker en van zijn vrouw met Sandd eindigden op 31 januari 2020. Verzoeker en zijn vrouw hebben op 2 november 2019 in Hulst een informatiebijeenkomst van verweerster bezocht. Zij hebben toen gesproken met de teamchef van de regio Zeeuws-Vlaanderen (hierna: de teamchef).

3.2 Verweerster heeft eind oktober 2019 een algemene e-mail gestuurd naar de postbezorgers van Sandd met de vraag of zij bij verweerster in dienst wilden treden. Verzoeker en zijn vrouw hebben hier positief op gereageerd. Verweerster heeft verzoeker op 22 november 2019 een aanbod gedaan om met ingang van 1 februari 2020 voor de duur van een half jaar voor 17 uur per week bij haar in dienst te treden. Hierbij zou verzoeker worden ingeroosterd van dinsdag tot en met zaterdag voor 2.5 tot 5 uur per dag. De post zou rond 11.30 uur beschikbaar zijn in het depot, waarna verzoeker tot 17.00 uur de tijd zou hebben om deze te bezorgen. Hij zou hierbij verantwoordelijk worden voor een bezorgroute in een dorp 5 km van zijn woonplaats gelegen. Verweerster heeft de vrouw van verzoeker op 22 november 2019 een vergelijkbaar aanbod gedaan voor gemiddeld 15 uur per week, waarbij zij verantwoordelijk zou worden voor een bezorgroute in een ander dorp dan dat van verzoeker, dat eveneens 5 km van haar woonplaats is gelegen. Verzoeker en zijn vrouw hebben het aanbod van verweerster om met ingang van 1 februari 2020 bij haar in dienst te treden afgewezen, vanwege de hieraan gestelde voorwaarden.

3.3 Bij brief van 12 oktober 2020 heeft een consulent discriminatiezaken van Anti Discriminatie Bureau Zeeland (hierna: de adv) verweerster meegedeeld dat verzoeker en zijn vrouw bij hen een discriminatieklacht hebben ingediend. Ook heeft de adv meegedeeld dat verzoeker en zijn vrouw zich gediscrimineerd voelen vanwege hun leeftijd en/of de handicap of chronische ziekte van verzoeker. Verzoekers vinden dat verweerster bij het aanbieden van de dienstbetrekking niet genoeg rekening heeft gehouden met hun leeftijd en met het feit dat verzoeker slecht ter been is. Ook vindt verzoeker dat verweerster onvoldoende doeltreffende aanpassingen heeft verricht, hoewel hij met kleine aanpassingen de functie van postbezorger goed had kunnen uitvoeren. De adv heeft verweerster gevraagd om in het kader van hoor en wederhoor haar visie op het gebeuren schriftelijk toe te lichten. Verweerster heeft hierop gereageerd in een e-mail van 26 oktober 2020. De adv heeft naar aanleiding van deze reactie op 28 oktober 2020 een e-mail naar verweerster gestuurd. Verweerster heeft hierop bij e-mail van 29 oktober 2020 een antwoord gegeven.


4 Verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte bij het (niet) verrichten van doeltreffende aanpassingen?

Standpunt verzoeker
4.1 Verzoeker stelt dat verweerster jegens hem verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt bij het aanbieden van een arbeidsovereenkomst. Hiertoe voert hij aan dat hij tijdens de informatiebijeenkomst van 2 november 2019, waarbij hij kennis heeft gemaakt met de teamchef, tegen deze heeft gezegd dat hij vanwege zijn fysieke beperkingen behoefte heeft aan doeltreffende aanpassingen bij het bezorgen van de post. Hij heeft de teamchef gevraagd of hij de post met een auto in de buitenwijken zou mogen bezorgen, waarbij hij alleen in de auto zou zitten. Dit was echter niet toegestaan. Ook heeft hij de teamchef gevraagd om de post samen met zijn vrouw in de buitenwijken te mogen bezorgen, waarbij hij de auto bestuurt en zijn vrouw de post bezorgt, zoals zij dat ook altijd bij Sandd hebben gedaan. Dit was ook niet toegestaan en evenmin om de post met zijn eigen auto te bezorgen. Voor zover verweerster stelt dat er in de buitenwijken geen post met de auto wordt bezorgd, voert verzoeker aan dat hij heeft waargenomen dat dit wel het geval is.

Standpunt verweerster
4.2 Verweerster betwist dat zij jegens verzoeker verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt. Hiertoe voert zij aan dat de functie van postbezorger is beschreven in de Cao voor postbezorgers 2019-2021. Hieruit blijkt dat de hoofdactiviteit van de postbezorger is het uitvoeren van de bestelling per voet, ofwel per (elektrische) (brom)fiets of soortgelijk voertuig; de auto wordt hierbij niet genoemd. Het bezorgen van de post per voet of per fiets is een wezenlijke functie-eis, omdat dit de snelste manier van bezorgen is vanwege het feit dat de adressen vaak dicht bij elkaar liggen. Verzoeker is dan ook niet in staat om de wezenlijke taken van de functie te verrichten en daarmee ongeschikt voor de functie. Ook is er geen doeltreffende aanpassing mogelijk waardoor hij wel geschikt zou zijn voor de functie. De door verzoeker gevraagde aanpassing om de post alleen of samen met zijn vrouw in een auto in de buitenwijken te bezorgen, is geen doeltreffende aanpassing. Hierbij is van belang dat deze aanpassing er niet op is gericht om verzoeker de wezenlijke taken van de functie te laten vervullen, dat wil zeggen het bezorgen van de post per voet of per fiets. Ook is het niet mogelijk om verzoeker alleen in dienst te nemen en hem toe te staan dat hij zijn vrouw inschakelt: verzoeker dient zijn werkzaamheden persoonlijk te verrichten, wil er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.

4.3 Tot slot voert verweerster aan dat zij geen buitenwijken heeft, maar alleen lange autoroutes die worden verricht door een ‘Chauffeur Bezorgen’. Dit is een wezenlijk andere functie waarvoor andere functie-eisen gelden en die onder een andere cao valt (cao PostNL) dan de functie van postbezorger. Verzoeker heeft tijdens het gesprek met de teamchef niet gevraagd of hij in deze functie in dienst kon treden.

Beoordeling
4.4 Het College stelt op grond van het vermelde in het verzoekschrift allereerst vast dat verzoeker de klacht bij het College alleen voor zichzelf heeft ingediend en niet namens zijn vrouw. Het College zal daarom alleen beoordelen of verweerster jegens verzoeker verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt bij het verrichten van een doeltreffende aanpassing.

4.5 Een werkgever mag geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte maken bij het aangaan van een arbeidsverhouding (artikel 4, aanhef en onderdeel b, Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ)).

4.6 Het verbod van onderscheid houdt mede in dat degene tot wie dit verbod zich richt, gehouden is naar gelang de behoefte doeltreffende aanpassingen te verrichten, tenzij deze voor hem een onevenredige belasting vormen (artikel 2, eerste lid, WGBH/CZ). Een doeltreffende aanpassing is een aanpassing die geschikt en noodzakelijk is om belemmeringen als gevolg van een handicap of een chronische ziekte weg te nemen. De verplichting om een doeltreffende aanpassing te verrichten, brengt mee dat een werkgever gehouden is om te onderzoeken in hoeverre een oplossing mogelijk is om personen met een beperking in staat te stellen mee te doen. Daarbij geldt: “Overleg en actief handelen is vereist” (Kamerstukken II 2013/14, 33 990, nr. 3, p. 7). Deze verplichting gaat pas in wanneer een behoefte aan een doeltreffende aanpassing kenbaar is gemaakt.

Handicap of chronische ziekte
4.7 Verzoeker heeft evenwichtsstoornissen waardoor hij slecht ter been is en met een wandelstok loopt. Het College concludeert op grond hiervan dat verzoeker een handicap heeft in de zin van de WGBH/CZ. Verweerster heeft dit ook niet betwist. Verzoeker kan dan ook een beroep doen op de bescherming die deze wet biedt.

4.8 Het College stelt vast dat verzoeker tijdens de informatiebijeenkomst op 2 november 2019 in eerste instantie aan de teamchef als doeltreffende aanpassing heeft gevraagd om de post alleen en dus zonder zijn vrouw met een auto in de buitenwijken te mogen bezorgen. Het College overweegt dat - los van de vraag of verweerster buitenwijken heeft, zoals verzoeker stelt - deze aanpassing niet geschikt is om de beperkingen van verzoeker als gevolg van zijn handicap weg te nemen. Hierbij is van belang dat in de brief van de adv van 12 oktober 2020 aan verweerster is vermeld dat verzoeker niet in staat is om lopend werk te doen. Verzoeker kan dan ook niet in staat worden geacht om de post lopend te bezorgen, nadat hij uit zijn auto is gestapt. Deze door verzoeker gevraagde aanpassing kan daarom niet worden aangemerkt als een doeltreffende aanpassing als bedoeld in artikel 2, eerste lid, WGBH/CZ. Het College concludeert dat verweerster jegens verzoeker geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte gemaakt bij het (niet) verrichten van een doeltreffende aanpassing door hem te weigeren om de post alleen met een auto in de buitenwijken te bezorgen.

4.9 Het College stelt vast dat verzoeker aan de teamchef ook als doeltreffende aanpassing heeft gevraagd om de post samen met zijn vrouw te mogen bezorgen, waarbij hij de auto bestuurt en zijn vrouw de post bezorgt, zoals zij dat ook altijd bij Sandd hebben gedaan, desnoods tegen één salaris. Het College oordeelt dat deze aanpassing niet kan worden aangemerkt als een doeltreffende aanpassing als bedoeld in artikel 2, eerste lid, WGBH/CZ. Hiertoe overweegt het College dat een arbeidsovereenkomst vereist dat de overeengekomen arbeid persoonlijk wordt verricht door degene met wie de overeenkomst wordt aangegaan. Hiervan zou geen sprake zijn als verzoeker een gedeelte van de overeengekomen arbeid, namelijk het bezorgen van de post in de brievenbussen, zou overdragen aan zijn vrouw. Verweerster heeft dan ook jegens verzoeker geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte gemaakt bij het (niet) verrichten van een doeltreffende aanpassing door hem te weigeren de post samen met zijn vrouw te bezorgen.

4.10 Het College stelt vast dat verweerster de stelling van verzoeker dat hij heeft waargenomen dat er in de buitenwijken wel post met de auto wordt bezorgd, niet heeft ontkend. Verweerster stelt dat dit de ‘lange autoroutes’ betreft, die echter niet worden gedaan door een postbezorger maar door een ‘Chauffeur Bezorgen’. De functie van ‘Chauffeur Bezorgen’ bevat volgens verweerster veel meer taken dan het uitsluitend bezorgen van de post in een buitenwijk. Het College stelt op grond van de beschrijving van deze functie vast dat deze inhoudt het met een PostNL-auto bezorgen van briefpost, het afleveren van posttassen voor postbezorgers op depots en/of aan huis en het legen van eenling brievenbussen. Verweerster heeft desgevraagd ter zitting over deze functie meegedeeld dat er zware tassen moeten worden getild, dat er lange dagen moeten worden gemaakt en dat er meer dan 17 uur per week moet worden gewerkt. Het College overweegt dat, zo een andere functie dan de aangeboden functie van postbezorger al een doeltreffende aanpassing zou kunnen zijn, de functie van ‘Chauffeur Bezorgen’ voor verzoeker geen doeltreffende aanpassing is. Vaststaat dat verzoeker evenwichtsstoornissen heeft, slecht ter been is en met een wandelstok loopt. Verzoeker kan gelet hierop niet geschikt worden geacht voor een functie waarin zwaar moet worden getild en waarin veel uren op een dag moeten worden gewerkt. Verweerster heeft dan ook jegens verzoeker geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte bij het (niet) verrichten van een doeltreffende aanpassing door hem de functie van ‘Chauffeur Bezorgen’ niet aan te bieden.


5 Verboden onderscheid op grond van leeftijd bij het aanbieden van een arbeidsovereenkomst?

Standpunt verzoeker
5.1 Verzoeker stelt dat verweerster jegens hem verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt bij het aanbieden van de functie van postbezorger. Hiertoe voert hij aan dat het voor hem vanwege zijn leeftijd niet mee zou vallen om het werk binnen de vereiste tijd af te krijgen. Ook voert verzoeker aan dat hij elke week van dinsdag tot en met zaterdag zou moeten werken, terwijl jongere medewerkers zelf mogen bepalen op welke dagen van de week zij willen werken. Daarnaast voert verzoeker aan dat er tijdens de informatiebijeenkomst tegen hem is gezegd dat er in de buitenwijken wordt bezorgd door het eigen oudere personeel van verweerster, maar dat hij heeft waargenomen dat het vrijwel altijd jonge mensen zijn. Verzoeker concludeert dat verweerster liever geen oudere werknemers in dienst wil nemen.

Standpunt verweerster
5.2 Verweerster betwist dat zij jegens verzoeker verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt. Verweerster voert aan dat het aanbod aan verzoeker van een arbeidsovereenkomst van gemiddeld 17 uur per week, was gebaseerd op de gemiddelde arbeidsduur van verzoeker bij Sandd van 17 uur per week. Daarnaast moest zij verzoeker wel een route van vijf dagen per week aanbieden, omdat een gemiddelde bezorgroute tussen 2,5 en 3,5 uur per dag bedraagt. Verweerster heeft betwist dat de teamchef tegen verzoeker heeft gezegd dat er in de buitenwijken wordt bezorgd door het eigen oudere personeel. Verweerster heeft geen buitenwijken, maar alleen lange autoroutes die worden verricht door een ‘Chauffeur Bezorgen’. Daarnaast voert verweerster aan dat zij ook postbezorgers van Sandd die de AOW-gerechtigde leeftijd hadden bereikt, een arbeidsovereenkomst heeft aangeboden en dat een aantal van hen bij haar in dienst is getreden. Zij herkent zich dan ook niet in de stelling van verzoeker dat zij liever geen oudere werknemers in dienst zou willen nemen.

5.3 Het College stelt vast dat verzoeker de klacht bij het College alleen voor zichzelf heeft ingediend (4.4). Het College zal daarom alleen beoordelen of verweerster jegens verzoeker verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt bij het aanbieden van een arbeidsovereenkomst.

5.4 Een werkgever mag geen onderscheid op grond van leeftijd maken bij het aangaan van een arbeidsverhouding (artikel 3, aanhef en onderdeel c, Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL)).

5.5 De bewijslastverdeling is neergelegd in artikel 12, eerste lid, WGBL. Deze houdt in dat het aan verzoeker is om feiten aan te voeren die onderscheid op grond van leeftijd kunnen doen vermoeden. Als hij hierin slaagt, is het aan verweerster om te bewijzen dat zij niet in strijd met de WGBL heeft gehandeld.

5.6 Het College stelt vast dat onbetwist is tussen partijen dat verweerster verzoeker een baan van 17 uur per week heeft aangeboden, omdat verzoeker bij Sandd ook een arbeidsomvang van 17 uur per week had. Ook is onbetwist tussen partijen dat een gemiddelde bezorgroute bij verweerster tussen de 2.5 en 3.5 uur per dag bedraagt. Het College overweegt op grond hiervan dat verweerster niet anders kon dan de voorwaarde te stellen dat de functie gedurende vijf dagen per week moest worden verricht. Hoewel verzoeker stelt dat deze functie vanwege zijn leeftijd te zwaar voor hem is, heeft hij geen gegevens aangedragen waaruit blijkt dat hij verweerster heeft gevraagd om de functie vanwege deze reden voor minder uren per week te mogen verrichten. Verzoeker heeft ter zitting meegedeeld dat hij hierover telefonisch met een medewerker van verweerster heeft gesproken en dat deze tegen hem heeft gezegd “take it of leave it”. Verweerster heeft ter zitting betwist dat deze opmerking is gemaakt. Omdat partijen hierover van mening verschillen, kan College niet vaststellen of een medewerker van verweerster bedoelde opmerking heeft gemaakt.

5.7 Voor zover verzoeker heeft gesteld dat hij van jongere postbezorgers heeft vernomen dat zij wel mogen bepalen op welke dagen van de week zij willen werken, overweegt het College dat verzoeker niet duidelijk heeft gemaakt wie die postbezorgers zijn en hoeveel uur per week zij bij verweerster in dienst zijn. Deze informatie is echter van belang omdat verweerster ter zitting onbetwist heeft meegedeeld dat postbezorgers die bijvoorbeeld acht uur bij haar in dienst zijn, geen vijf dagen per week hoeven te werken. Hierdoor hebben deze postbezorgers en anders dan verzoeker wel de mogelijkheid om te bepalen op welke dagen van de week zij willen werken.

5.8 Voor zover verzoeker heeft aangevoerd dat hij heeft waargenomen dat in de buitenwijken door jonge postbezorgers de post met een auto wordt bezorgd, overweegt het College dat dit een andere functie betreft dan die van verzoeker, namelijk de functie van ‘Chauffeur Bezorgen’. Verzoeker kan zich daarom niet met deze postbezorgers vergelijken.

5.9 Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat verzoeker er niet in is geslaagd om feiten aan te voeren die onderscheid op grond van leeftijd bij het aanbieden van een arbeidsovereenkomst kunnen doen vermoeden. Verweerster heeft dan ook jegens verzoeker geen verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.


6 Oordeel

PostNL N.V. heeft jegens [. . . .] geen verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte en leeftijd gemaakt.

Aldus gegeven te Utrecht op 16 november 2021 door mr. G.M. Lieuw LL.M., voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.H.M. Werker, secretaris.




Mr. G.M. Lieuw LL.M.
Mr. B.H.M. Werker

Samenvatting oordeel