Student en Overheid B.V. heeft gediscrimineerd op grond van leeftijd door in personeelsadvertenties te vragen naar studenten.

Student en Overheid B.V. heeft gediscrimineerd op grond van leeftijd door in personeelsadvertenties te vragen naar studenten.

Oordeelnummer 2021-146
Datum: 06-12-2021
Trefwoord: Arbeidsbemiddeling Uitzendarbeid Advertentie Aanbieden betrekking Leeftijd
Discriminatiegrond: Leeftijd
Terrein: Arbeid - Werving en Selectie
Situatie

Een stichting die onder meer als doel heeft om bewustwording te brengen over vooroordelen en discriminatie klaagde bij uitzendbureau Student en Overheid (hierna: het uitzendbureau) over een aantal vacatures op haar website. In deze vacatures werd gevraagd om studentenin verschillende studierichtingen. De stichting vindt dat het uitzendbureau hiermee discrimineert op grond van leeftijd.

Beoordeling

Bij de arbeidsbemiddeling mag geen onderscheid op grond van leeftijd worden gemaakt, tenzij hiervoor een goede reden (objectieve rechtvaardiging) voor bestaat.Het uitzendbureau vraagt niet om een specifieke leeftijd, zij maakt daarom geen direct onderscheid. Het is echter vaste oordelenlijn van het College dat met het vragen naar kandidaten die student zijn indirect onderscheid op grond van leeftijd wordt gemaakt. Immers, ook al zijn er studenten van alle leeftijden, het overgrote deel van de studenten bestaat uit jonge mensen. Door het hanteren van deze functie-eis worden dus vooral ouderen buitengesloten. In de advertenties wordt dan ook (indirect) onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.

Het uitzendbureau licht toe dat het zijn bedrijfsdoel is om studenten te werven voor overheidsfuncties. Het College overweegt dat zolang studentuitzend- en bemiddelingsbureaus duidelijk maken dat ook niet-studenten in aanmerking komen voor een functie, in principe niet in strijd wordt gehandeld met de gelijkebehandelingswetgeving. Hiervan is in dit geval echter geen sprake. Nu er geen objectieve rechtvaardiging , heeft het uitzendbureau verboden onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.

Oordeel

Student en Overheid B.V. heeft verboden onderscheid gemaakt op grond van leeftijd.


Oordeel
2021-146


Datum: 6 december 2021
Dossiernummer: 2021-0136


Oordeel in de zaak van

Stichting Antidiscriminatievoorziening Oost-Nederland

gevestigd te Zwolle, verzoekster

tegen

Student en Overheid B.V.

gevestigd te Rotterdam, verweerster


1 Verzoek

Verzoekster vraagt het College om te beoordelen of verweerster verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt bij een drietal personeelsadvertenties.

2 Verloop van de procedure

2.1 Het College heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

  • verzoekschrift van 4 maart 2021, ontvangen op dezelfde dag;
  • aanvullende stukken van verzoekster van 13 april 2021;
  • verweerschrift van 23 augustus 2021.

2.2 Het College heeft op 27 juli 2021 aan partijen meegedeeld voornemens te zijn om de zaak vereenvoudigd te behandelen. Partijen hebben hier geen bezwaar tegen gemaakt. Het College heeft daarom geen zitting gehouden en heeft het oordeel uitgesproken op basis van de door partijen overgelegde schriftelijke stukken.


3 Feiten

3.1 Verzoekster is een stichting. Op grond van artikel 2.2 van haar statuten heeft zij onder meer als doelen: “het brengen van bewustwording over vooroordelen, discriminatie, micro-agressie en uitsluiting” en “het verlenen van onafhankelijke bijstand, mediation en procederen bij incidenten waarbij sprake is van ongelijke behandeling in gelijke gevallen”.

3.2 Verweerster is een uitzendbureau. Zij had op haar website vacatures staan voor een ‘student HBO milieukunde’, een ‘student bestuurskunde’ en zij vroeg voor de functie Junior WMO consulent naar ‘studenten met een sociale achtergrond’.

3.3 Verzoekster schrijft op 19 januari 2021 aan verweerster dat haar personeelsadvertenties in strijd zijn met de gelijkebehandelingswetgeving. Bij uitblijven van reactie stuurt zij een rappel op 11 februari 2021. Verweerster reageert wederom niet. Op 4 maart 2021 laat verzoekster aan verweerster weten dat zij een klacht zal voorleggen aan het College voor de Rechten van de Mens.

4 Standpunt verzoekster

Verzoekster stelt dat verweerster onderscheid maakt op grond van leeftijd door ‘studenten’ te werven.

5 Standpunt verweerster

Verweerster stelt dat zij geen verboden onderscheid op grond van leeftijd maakt. Zij selecteert niet op leeftijd. Zij richt zich specifiek op studenten omdat zij deze groep en overheid met elkaar in contact wil brengen. Het was haar niet bekend dat dit mogelijk in strijd is met de gelijkebehandelingswetgeving.

6 Beoordeling

Ontvankelijkheid
6.1 Een stichting die in overeenstemming met haar statuten de belangen behartigt van diegenen in wier bescherming de gelijke behandelingswetgeving beoogt te voorzien, kan bij het College een verzoek om een oordeel indienen (artikel 10, tweede lid, aanhef, en onderdeel e, Wet College voor de rechten van de mens (WCRM)). Artikel 14 van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL) verklaart artikel 10 WCRM van overeenkomstige toepassing voor wat betreft een verzoek of onderscheid is gemaakt als bedoeld in de WGBL. Verzoekster is gegeven haar statutaire doel een stichting zoals bedoeld in artikel 10 WCRM. Zij is dan ook ontvankelijk in haar verzoek.

Beoordeling
6.2 Artikel 3, aanhef en onderdeel b, WGBL, in samenhang met artikel 1 van deze wet, bepaalt dat onderscheid op grond van leeftijd is verboden bij de arbeidsbemiddeling.

6.3 Artikel 1 WGBL bepaalt dat onder onderscheid wordt verstaan: direct en indirect onderscheid. Van direct onderscheid is sprake indien een persoon op grond van leeftijd op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld. Van indirect onderscheid is sprake indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde leeftijd in vergelijking met andere personen bijzonder treft.

6.4 Het College stelt vast uit de drie personeelsadvertenties die verzoekster heeft overgelegd, dat verweerster op haar website vacatures had geplaatst voor een ‘student HBO milieukunde’, een ‘student bestuurskunde’ en dat zij voor de functie Junior WMO consulenten vroeg naar ‘studenten met een sociale achtergrond’.

6.5 Het College oordeelt dat verweerster, door zich in de personeelsadvertentie specifiek te richten tot studenten, geen direct onderscheid maakt op grond van leeftijd. Verweerster richt zich hiermee immers niet tot werkzoekenden van een specifieke leeftijdscategorie. Het is echter vaste oordelenlijn van het College dat met het vragen naar kandidaten die student zijn indirect onderscheid op grond van leeftijd wordt gemaakt. Immers, ook al zijn er studenten van alle leeftijden, het overgrote deel van de studenten bestaat uit jonge mensen. Door het hanteren van deze functie-eis worden dus vooral ouderen buitengesloten. Verweerster heeft in de drietal advertenties dan ook (indirect) onderscheid op grond van leeftijd gemaakt.

6.6 Ingevolge artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de WGBL, geldt het verbod van onderscheid niet indien het objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. Het is aan de verwerende partij om een objectieve rechtvaardiging aan te dragen.

6.7 Het College overweegt dat verweerster niets heeft aangevoerd dat als objectieve rechtvaardiging voor het gemaakte leeftijdsonderscheid in de personeelsadvertenties zou kunnen dienen. Zij heeft slechts naar voren gebracht dat het haar bedrijfsdoel is om studenten te werven voor overheidsfuncties. Zij wijst erop dat er meerdere uitzendbureaus bestaan die studenten als doelgroep hebben. Het College overweegt dat uit het advies van de Commissie gelijke behandeling (CGB; voorganger van het College) inzake Doelgroepgerichte uitzend- en bemiddelingsbureaus (advies 2009-7) blijkt dat zolang studentuitzend- en bemiddelingsbureaus duidelijk maken dat ook niet-studenten in aanmerking komen voor een functie, in principe niet in strijd wordt gehandeld met de gelijkebehandelingswetgeving. Hiervan is in de bestreden personeelsadvertenties van verweerster echter geen sprake.

6.8 Nu het onderscheid niet objectief is gerechtvaardigd, oordeelt het College dat verweerster verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt door in een drietal personeelsadvertenties te vragen naar ‘studenten’. Dat verweerster er niet mee bekend was dat zij hiermee verboden onderscheid maakt, maakt deze conclusie niet anders.

7 Oordeel

Student en Overheid B.V. heeft verboden onderscheid gemaakt op grond van leeftijd.

Aldus gegeven te Utrecht op 6 december 2021 door prof. dr. B. Böhler, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Rovere Flores, secretaris.


prof. dr. B. Böhler mr. G.E. Rovere Flores
namens deze, namens deze,
prof. dr. J. Morijn mr. S.B. Hester
collegelid secretaris

Samenvatting oordeel